Dagboek - India
Dag 28 : aankomst in Delhi : zondag 24 november
Om 5h opgestaan, niets van het bestelde ontbijt kregen we naar binnen, behalve dan de koffie. Dan met Pasang zijn sjieke auto ( een jeep) naar de luchthaven gereden waar we nog een tijdje moeten wachten daar men niet kan opstijgen wegens de mist. Na een half uur gaat het dan toch alhoewel er eigenlijk wel nog mist is. Tijdens de vlucht zie je de hele tijd de Himalaya liggen tot ongeveer in Dehli wwaar je land in een soort smog veroorzaakt door de vele industrie die hier aanwezig is. De luchthaven maakt wel een zeer propere, moderne en ruime indruk, er zijn zelf uitstapslurfen. We betalen, achteraf gezien een veel te dure pre-paid taxi naar Panjing, naar Hotel Anoop dat ons door Erik en Martien is aangeraden. Eerst rijden we over de ruime wegen van New Delhi maar op het einde dient de taxi zich een weg te banen door de marktkramers en mensenmassa van de Main Bazaar, waar ons hotel ligt. Nadat we zijn ingechekt in onze kamer die eiglijk meer op een gevangeniscel lijkt, met tralies voor het raam en bijna geen zonlicht, willen we in de namiddag een treinticket naar Agra bestellen om zo vlug mogelijk uit deze krioelende mensenmassa te vertrekken.
Hiervoor moeten we echter eerst geld ruilen en geen van beide zijn mogelijk op zondag. Alles is dicht, zowel het kantoor voor vreemdelingen in New Delhi Railway station als alle banken die ik kan vinden. Dan maar wat dollers geruild op de zwarte markt, we trachten nog een ticket te bemachtigen in het booking bureau voor de Indiers zelf dat dan wel open is, maar hier kun je enkel met Indische rupees betalen en daar hebben we er net te weinig van. Het kost ons trouwens een uur om uit te vissen welke formulieren moeten ingevuld worden, waar je de dienstregelingen kunt vinden en hoeveel dagen op voorhand de trein reeds is volgeboekt. Blijkt dat er een waiting-list is voor de 2 eerst volgen de dagen. Dan moet je nog 2 uur aanschuiven in de rij voor een van de 55 loketten die deze immense hal telt. Gelukkig heeft de broer (natuurlijk) van de hoteleignaar nog een kantoortje dat dan wel open is waar we onze traveller-cheques kunnen ruilen. Hiervoor moet je wel een vuil pleintje oversteken, een donkere trap op en daar op de 1e vedieping van een vervallen flatgebouw is plots een mooi kantoor, compleet met loket en zetels. We eten savonds op Connaught-circus nog in een hamburgerrestaurant ( Indische nabootsing van) omdat we geen ander restaurant open vinden. sNachts hebben we wel bijna niet gaslapen wegens een drugverslaafde aan onze deur die in een soort van dilirium een hele serande hield voor zijn geliefde die hem had laten zitten.
Dag 29 : Delhi : maandag 25 november
Vandaag gaan we dan naar het bureau voor foreigners ( naar de commisiejongens die onderweg beweren dat het zogezegd dicht is omdat het feestdag is, dat het pas om 10u opengaat moet je wel niet luisteren). Na 1u aanschuiven (verschuiven van zetel naar zetel)vlot een ticket naar Agra geboekt voor de volgende dag voor 550 rupees voor 2 personen plus ontbijt, wat later dan vrij duur blijkt te zijn. Dan wandelen we terug naar Connaught-circus waar we een boeking kantoor vinden waar we een stadsrondrit boeken voor de namiddag. We wandelen wat rond op Connaught-circus, drinken een gals vers geperst fruitsap en eten pikante kip (voor de Indiers Mushroom saus). Wanneer we besluiten in het midden in het gras wat te gaan zitten gaat het echter mis. Enkele kwieke Indiers hebben dit gezien en we worden letterlijk overvallen door schoenenpoetsers, een masseur, orenkuisers !, slangenbezweerders,... die we geduldig bijven negeren hoe ze ook hun best doen en de nodige refernties die in hun zakboekje genoteerd staan voorleggen. We vinden in een boekhandel ook eindelijk(na 3 weken zoeken)Barts 5e deel van The Wheel of Time. Het vertrekpunt van de tour vergt wel nnog enig zoekwerk maar de bus waarmee ze komen aanzetten is schitterend naar Indische normen(airconditioning en getinte ruiten). We worden eerst naar het Red Fort gebracht , rode muur rondom, witte marmer vanbinnen, het grootste gedeelte is ook nu nog militair gebied. De mooiste dingen zoals de gouden troon zijn echter gestolen, de rivier errondom is momenteel ook wat uitgedroogd, maar het is toch indrukwekkend vooral de toegangspoort. Dan rijden we richting Raj Gayat, de verbrandingsplaats van Mahatma Ghandi. Hier wordt een vlam steeds brandende gehouden en zijn er steeds bezoekers aanwezig om het graf te groeten. (foto) De anders zo uitbundige Indiers zijn hier stil en ingetogen. Via India Gate naar Hanumans tomb, die het meest indrukwekkend is als je door de tweede poort stapt. (foto) Onderin is het wel wat beangstigend, hier zijn de graven en het plafond is volledig bezet met vleermuizen waarvan er enkele door ons geluid wegvluchten. De bus zet ons terug af op Conaught-circus en we stappen nog een uurtje terug en wurmen ons weer door de veel te nauwe Main Bazaar. We eten op het dakterras van het hotel (trouwens heel voortreffelijk in tegenstelling met de standing van het hotel; je moet wel geduld hebben want de eletriciteit valt enkele malen uit). We praten wat met 2 jongeNoorse mensen die net aan een wereldreis begonnen zijn en denken morgenochtend 1 uur op voorhand de trein te kunnen nemen naar Jaipur. Ze zijn nog wat groen en zullen dit wel gewoon worden.
Deze nacht is wel wat rustiger, alhoewel er wel 2 blaffende honden onder ons raam ruzie maken.
Dag 30 : de Shadabdi express en Agra : dinsdag 26 november
Terug om 5h opgestaan en met alle rugzakken en onszelf erbij op een riskja gekropen die ons naar New Delhi Railway Station brengt. Daar hebben we in de cloackroom onze vuile was en andere nutteloze spullen achtergelaten. De Shadabdi express is de snelste trein (110km/u)die je in India kunt vinden. In de eerste klasse krijg je thee, eten (wel niet eetbaar) en een fles water. Om 8h30 arriveer je reeds in Agra, onderweg rijd je langs dorpen en velden en stop je slechts één maal. In Agra lopen we te voet richting centrum, gevolgd door 2à3 riskjas die continu vragen waar we heen willen en of we toch niet willen opstappen. Blijkt dat ze wel een commissie krijgen van de hoteleigenaar waar ze je heen brengen. Na een half uur stappen we dan toch op en laten ons tot om de hoek voeren door een oudere man omdat we wel vinden dat hij veel moeite deed en vriendelijk bleef. Het hotel dat we eigenlijk lukraak gekozen hadden blijkt zeer goed mee te vallen. Het zijn bungalootjes rondom een grasveld met een zwembad, overal zijn er bmoemen en planten, je kunt zelfs eten aan een tafeltje midden op het gras. Dan te voet (gelukt) naar de Taj Mahal die een zeer overweldignde indruk maakt. Werkelijk het allermooiste wat we tot nu toe zagen. Alle inlegwerk is met de hand gedaan, alles is perfect afgewerkt, de marmer blinkt fel in de zon dat je bijna een zonnebril nodig hebt, de tuin errondom is zeer goed onderhouden, er zijn eekhoorntjes die uit de hand sweets komen eten. We vergeten wet ons zakmes bij het buitengaan in de clockroom.
Daarna wandelen we te voet helemaal naar de andere kant van Agra om een ticket te reserveren voor de bus van overmorgen, totaal nutteloos want je kunt een ticket hier blijkbaar niet meer dan 24u voordien aankopen, ook niet als je aandringt. We nemen toch maar een fietsriska terug. Spijtig kan de Taj momenteel niet savonds bezocht worden om veiligheidsreden ; net nu we het klaargespeeld hadden om hiert met volle maan te zijn.
Dag 31 : De Taj en het rode fort van Agra : woensdag 27 november
Veel te laat opgestaan om de zonsopgang bij de Taj nog te kunnen zien. Daar aangkomen bleek het toch niet nodig want alles is afgesloten wegns bezoek van VIPs (de president van Irak), voor het Red Fort idem. 1u later gaat het fort dan toch plots open. De inkom is indrukwekkend (poort en oplopende weg). Binnen is slechts een klelin deel te bezichtigen, toch kunnen we van het mooie uitzicht op de Taj Mahal genieten. Het is een klein torentje dat volledig inmarmer is waar de sultan gedurnde 7 jaar door zijn zoon werd opgesloten en vanwaar hij dit schitterend uitzicht had op het graf dat hij voor zijn vrouw bouwde.In het paleis zijn vele kamers met nauwe gangetjes ertussen. In de muren zijn een soort van kasten uitgebeeldhouwd. Dan terug naar de Taj Mahal om fotos te nemen en het vergeten zakmes op te halen. Tijdens het aanschuiven voor het tickettenloket werd ik letterlijk overvallen door een groep uit de bol gaande Indische vrouwen die allemaal tegelijk een ticket willen. Nu vergeten we echter het museum bij deTaj te bezoeken.
SMiddags bracht onze riska rijder ( we nemen vandaag dezelfde oude man van gisteren die geduldig op ons wacht terwijl we ergens binnenzijn) ons naar een zeer goed restaurantje (priya-restaurant). Na afloop van de maaltijd, als we naar buiten gaan vraagt een van de obers waarvoor de hoogtmeter dient die nog aan ons rugzakje hangt ; we proberen uit de leggen dat je er de hoogte mee kunt meten, maar de Indier die nog nooit in de bergen geweest is bergrijpt het niet dadelijk ; o, roept hij dan uit , can you mesure my height?
Bij het kantoot van Indian Airlines krijgen we een vriedelijke en vlotte ontvangst, de prijs van de ticketten die we gelukkig tijdig (14 dagen) op voorhand kochten blijkt nog mee te vallen. (262USD voor 3 binnenlandse vluchten). Daarna doen we een poging tot zwemmen in het niet vewarmde zwembad van het hotel, dwz enkel een voet in het ijskoude water. We eten terug een club-sandwich, zowat het lekkerste wat we in India aten. We geven de rikja rijder 200 roepies, wat meer dan afgesproken en enkele cadauetjes voor zijn 6 kinderen.
Dag 32 : Fathepur sikri en enkele legendes: donderdag 28 november
We ontmoeten smorgens om 8u terug onze chauffeur en rijden naar Idgaha Bus stand. Daar nemen we een local bus naar Fathepur Sikri die er 1u over reed, voor 23 rps voor 2 personen. Fathepur en Sikri zijn twee kleine stadjes. Fathepur is nog door een 9km lange muur omgeven met 9 ingangen waarvan een speciaal voor de koning. Het is ongelooflijk dat dit kleine rustige stadje eens de hoofdstad was van het grote Indische rijk plus nog een deel van Pakistan erbij. De bus rijdt ook door een van de 9 ingangen naar binnen en stopt vlak voor de enorme poort die de ingang is van de moskee (Jama Masid). We ondernemen eerst een zoektocht naar het Majar Guest House waar we onze bagage achterlaten. De moskeen is allerminst indrukwekkend. Binnenin staat een graftombe voor de heilige man Salim die hier eens woonde. Het lijkt taliewerk, maar het is volledig uitgehouwen uit een groot stuk marmer. Het ontstaansverhaal van deze stad gaat als volgt. Het was de marahadja, sultan Akbar, van Agra die besliste plots om naar hier te verhuizen samen met zijn hele hofhouding en de rest van de stad omdat hij graag dicht bij de heilige Salim zou willen wonen. Deze man had immers voorspeld dat zijn vierde vrouw hem een zoon en dus een troonopvolger zou schenken. Het is zo dat de marahadja om de 7 jaar opnieuw mocht huwen wanneer zijn vorige vrouw hem geen zoon had geschonken. Na 3 huwelijken werd hij zowat hopeloos. Na de verhuis, die ongelooflijk veel moet gekost hebben waren ze na 9jaar verplicht om naar Agra terug te keren omdat er te weinig water was in deze woestijnachtige streek om de ganse hofhouding te kunnen voorzien. De moskee zelf bestaat uit rijen enorme zuilenbogen die verderweg smaller worden zodat ze voor het oog toch gelijk lijken . Achteraan is men begonnen aan een onderaardse tunnel die zogezegd doorloopt tot in Agra. Eigenlijk is het maar een enge plaats, het plafond is volledig bezet met vleermuizen, en de gids die ons de hele tijd blijft volgen beweerd dat dit de ideale plaats is om de liefde te bedrijven, angstig vlucht ik naar buiten en stoot natuurlijk mijn hoofd tegen de zoldering, de vleermuizen schrikken op. We verlaten de moskee door de koningspoort en volgen de weg die lijdt naar het eigenlijke koninklijk paleizencomplex. Hier nemen we bij de ingang een zeer goede en erg oude gids, die ongelooflijk kan vertellen ; als je naar hem luistert zie je voor je ogen het verleden zich opnieuw afspelen. Hij vertelt ons de ontstaansgeschiedenis van deze stad. Akbar had 3 vrouwen, een hindu afkomstig van Amber (Jaipur) een moslim uit Istanbul en een christelijke uit Goa. De hindu vrouw schonk hem 3 zonen, zoals de heilige Salim eens voorspeld had toen hij ging jagen. De marhadja bouwde voor elke vrouw een huis, niet van gelijke grootte maar wel van glijke waarde. De Hindu vrouw had het grootste huis, eigenlijk een heel paleis op zich met een persoonlijke tempel. De christelijke vrouw had een iets kleiner huis maar het was volledig in goud geschilderd, maar de moslim vrouw had een ongelooflijk mooi piepklein huisje : de muren waren volledig uitgehouwen en stelden een soort bloemetjesbehang voor maar waarbij elk blaadje en elk bloemetje bestonden uit een diamant of edelsteen. In het midden van dit paleizencomplex is een vijver met een eilandje in het midden,(foto) dit zorgde voor wat verkoeling tijdens de warme zomerdagen, waar de temperaturen kunnen oplopen tot 45 graden. In het midden speelde een orkest. Er hingen ook overspanningen met grote zijden zeilen die zorgden voor wat schaduw. Wat verderop staat het bed dat eens van de Marahadja was. Eigenlijk zien we alleen maar een grote stenen tafel, maar eens waren er stapels kussentjes, stroomde er rozenwater via een opening in de muur via een klein geultje door de kamer zodat ook dit voor wat verfrissing zorgde ; en natuurlijke sliep de marahadja met een van zijn drie vrouwen of met een van zijn meer dan 100 concubinnes die ook in het paleis woonden, in dit bed. Verder zijn er nog een de klassieke hal voor publieke en voor private audienties. In deze voor private audienties is een troon gebouwd in het dakgewelf vanwaaruit de marahadja de audientie kon lijden en op deze manier zijn grote Indische rijk regeerde.(foto) Hij had ook speciaal een vijf verdiepingen tellende paleis laten bouwen, enorm groot, eigenlijk een soort van reuze doolhof waarin hin met zijn concubinnes verstoppertje speelde.(foto). Ook het niet onaardige huis van de eerste minister, een man die heel wat politieke macht had is nog vrij goed bewaard, evenals de paardestallen. Een verhaal vertelt dat de koning eens droomde dat zowel hij als de eerste minister beide in een put vielen, die van de koning was gevuld met honing, maar die van de minister was gevuld met stront ; daar stopte de droom van de koning, maar de eerste minister die die nacht net dezelfde droom had ging als volgt verder : I was dreaming that you were likking your ash, and you mine.
Een andere legende gaat als volgt : een houthakker, een arm maar eerlijk man was aan het werken. Op een bepaald moment liet hij per ongeluk zijn bijl in een bron vallen. Hij was heel verdrietig en huilde. Een heilige man die voorbijkwam en medelijden kreeg met de man sprong in de bron. Hij haalde vervolgens een gouden bijl boven en vroeg de arme man of dit soms zijn bijl was. Doch deze schudde overtuigd nee, goed wetende dat de verkoop van deze gouden bijl hem de rest van zijn leven rijk zou maken. Vervolgens herhaalt hetzelfde zich met een zilveren en met een bronsen bijl tot de heilige uiteindelijk de echt bijl van de hourthakker bovenhaald en deze hem terugbezord. De heilige beloonde de houthakker door hem de drie andere bijlen ook te laten houden. Blij ging de houthakker naar huis en kocht zich land en leefde in rijkdom. Doch zijn vrouw bleef de hele tijd ongelovig. Op een dag viel zij zelf in de bron. De man was zeer ongelukkig en weende. Opnieuw kwam de heilige man en bezorgde hem ditmaal een beeldschone vrouw terug, de houthakker weigerde, dit is wel een knappe vrouw doch niet de mijn, vervolgens verscheen een 2e en een derde zeer knappe iets minder mooie vrouw, doch steeds bleef de houthakker weigere, tot zijn eigen oud en lelijk vrouwtje verscheen. Hij mocht van de heilige de drie vrouwen houden als waardering voor zijn eerlijkheid, doch ditmaal weigerde hij en zei dat een vrouw in het leven van een man voldoende is en vertrok met zijn eigen vrouw. Moraal van dit verhaal...eerlijkheid duurt het langst en trouw in het huwlijk is meer waard dan rijkdom.
Rond 15h30 gaan we met de bus naar Barathpur, z'on 45 min rijden. Natuurlijk weet niemand of er vandaag nog een bus komt, misschien is hij al weg of als de chauffuer geen zin heeft zal er morgen wel nog een bus zijn. Nadat we een half uurtje op een bank hebben gezten, omringd door een horde kinderen die allen een stylo willen verschijnt er dan toch een bus. Op de bus gezeten is er een kleine jongen van ongeveer 10 jaar die nog nooit een Europeaan gezien heeft. Verwondert kijkt hij naar de haren op Bart's benen ; Indiers hebben practisch nooit haren op armen of benen. Na een tijdje, nadat hij toestemming krijgt van de man die naast hem zit steekt hij voorzichtig zijn hand uit om eens te voelen. We komen in Barathpur en nemen een goedkoper hotelletje, (Tourist Lodge), wel 160 rps ipv 60 zoals in de Lonely Planet. Het eten is er heerlijk, s'avonds wordt er gezongen en gitaar gespeeld.