Dagboek - Nepal: Deel 2

Bodnath,(foto hierlangs) een Boudistisch heiligdom is de volgende plaats die we bezoeken. Bodhnath is een grote stupa, de 3e grootste in de wereld (de grootste staat in Jakarta). Dit is een religieus centrum voor de Tibetanen met mooie huizen eromheen gebouwd. Er zijn vlaggetjes, prayer-wheels, vele bloemetjes en rijst die geofferd worden.Het is de bedoeling om in de richting van de wijzers van de klok mee te lopen en ondertussen aan de gebedsmolens te draaien. De tekst "Om mani padme hum" staat hierop, alsook op het opgevouwen papier dat zich in de molen bevindt. Je kan op de stupa zelf klimmen, vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de omliggende kloosters en de gompa’s. Een gompa is een soort kerkje waar de mensen effectief bidden. Vanbinnen in de stupa zou een stuk been van Boudha zitten. De stupa is in een ingewikkelde vorm gebouwd die een mandala voorsteld. Dit is een denkpatroon dat je moet aanzetten tot mediteren.

Swayambhunath is een andere zeer mooie stupa die op een heuvel net buiten de stad ligt. Er is eerst een steile klim. (foto hierlangs) Boven vind je een grote mandela die de vorm heeft van een grote krul. Ernaast staan twee leeuwen. Er zijn vele prayer vlaggen rondom, ook terug 4 elementen, en dertien ringen die elk een stap dichter bij het nirvana voorstellen. Er zijn veel, vrij aggresieve aapjes (deze tempel wordt ook wel de monkey-tempel genoemd). Ze zien er wel lief uit, maar het zijn gemene beestjes. Als je even niet kijkt, stelen ze je eten of smijten met stenen. Links is een mooi tempeltje voor de zieke kinderen waar zes kinderen in gevangen zitten en nog 94 andere door de demonen geroofd zijn. Rondom de stupa vind je vijf beelden die de verschillende boudha’s voorstellen (op de vier windrichtingen en eentje vooraan). Achteraan is er nog een tempeltje. De Nepalesen geloven dat hier een Boudistische Chinese monnik, Manjushi genaamd in zit die swayanbhudnath gebouwd heeft. Ze geloven namelijk dat vroeger de Kathmandu vallei, één groot meer was, met in het midden een lotusbloem erop. Op deze lotusbloem brandde een eeuwige vlam. Omdat die God nu zag dat de mensen in de Kathmandu vallei grond tekort hadden, heeft Hij met een groot zwaard een gat gemaakt in de vallei zodat het water van dit meer kon wegstromen. Daarna heeft hij de stupa van swayambhudnath over de lotusbloem, met de nog steeds brandende vlam, heen gebouwd. Vervolgens heeft hij het kleine tempeltje achteraan gebouwd en heeft zich daar teruggetrokken om te gaan mediteren. Men gelooft dat hij daar nog steeds zit. Je zou vijf deuren door moeten om hem te bereiken, maar volgens het volksgeloof kan je daarna nooit meer levend naar buiten. Dit is ook de oorsprong van een vreemd gebruik daar. Eénmaal per jaar moet de koning van Nepal een goudstuk gaan afgeven aan de God. De legende die dit verklaart gaat als volgt. In de geschiedenis is er een periode van grote droogte geweest in de Kathmandu vallei. Zo erg, dat er grote hongersnood was onder de bevolking en dat de koning ten einde raad besloot om hulp te gaan vragen aan de God van ons kleine tempeltje. De koning ging de vijf deuren door en vond inderdaad de God van Swayambhudnath daar mediterend over het leven. De koning legde uit wat er aan de hand was en smeekte de God om hem en zijn volk te helpen. Daarop gaf de God de koning een boek met letters geschreven in slangebloed en zei dat het ogenblikkelijk zou beginnen regenen als dit boek in het zonlicht werd gebracht. Dolgelukkig nam de koning dit boek aan en liep er mee naarbuiten. De eerste zonnestralen vielen op dit boek en het begon inderdaad te regenen. Maar de koning merktte toen dat zijn schaduw die van een skelet op de grond wierp. Hij was dus dood. Om zijn lichaam terug te krijgen moest hij aan de God beloven om voortaan jaarlijks 1 gouden muntstuk te betalen.

Vanuit Swayambunath heb je een mooi uitzicht op Kathmandu en de vallei.

Patan is de derde stad in de Kathmandu-vallei die we bij valavond bezochten. Een tempeltje met eromheen een klooster gebouwd . We liepen naar de Kumbeshwan-tempel waar gelovigen bezig waren met offers te brengen. Deze zeer oude tempel uit 1392 is de 2e tempel in de vallei die 5 etages bezit, zoals de Chinese pagodes. Er is een bron naast die volgens de legende in verbinding staat met het Gosainkundmeer, wat een heilig meer is. Het water waarin je hier een bad kunt nemen is dus ook heilig. Verder gewandeld kwamen we op het Durban Square waar de mooie Krishna-mandir tempel die volledig in steen is staat. Op het dak zijn er 18 punten. Er is een koningspaleis, waaruit de koning werd verdreven door de eerste minister (cfr. verhaal van de 4 onmogelijkheden, dat toont dat de koning nog leeft). s’Avonds na 10u, als het donker is, wordt op het platform voor de Krishna-tempel de dans der demonen opgevoerd.

Daarna hebben we nog kleren gekocht, 3 broeken en 1 hemd samen voor 500 fr en zeer lekker gegeten met de hele groep. Erik en Martien raden ons Tibetaanse momo’s aan. Dit zijn een soort van pikant dim-sums voor de prijs van 40 fr. In het hotel valt het licht uit ; dit is 1 dag op 2 het geval in Kathmandu wegens de slechte kwaliteit van de installaties. We schrijven ons dagboek met pillicht.